ik weet ze allebei
diep in mijzlf aanwezg
dit tweespan
van godmenselijkheid
maar het blijft een kunst
goed evenwicht te vinden
ik worstel
met tegenkrachten diep in mij
en dat zet mij op weg
naar vrede in mijzelf
geen vuisten die elkaar bevechten
geen ogen die elkaar verwijten
geen monden die elkander bijten
’t is mededogen – wederzijds
wat ons tot eenheid brengt
als
gerijptheid en jeugdigheid
traditie en nieuwheid
culturen en levensvisies
zó aandachtig
zó respectvol
bij elkaar willen verwijlen
wat zal dat hoopvol zijn
deze gedachten sluit ik in
bij mijn hartewens
– al goeds –
voor nu en straks
voorlopig een jaar lang